In de ban van de eindeloze Gobi Vandaag, 12 juli, gestart met de zevendaagse Gobi trekking. Met twee fourwheel drive-busjes, twee chauffeurs, die geselecteerd lijken te zijn op het ontbreken van drie
voortanden, onze gids Bambi en 9 toeristen gaan we op pad. Binnen een kwartier ben je de drukke stad Ulaan Bataar uit en daarna begint het grote genieten. We trekken van Noord naar Zuid door de Gobi,
van groene steppes naar grijze rotsformaties. De kleurschakeringen zijn werkelijk prachtig. Nooit geweten dat een woestijn zo afwisselend kan zijn. En je zou dit verhaal eigenlijk moeten kunnen
ruiken. In het noorden ruikt het naar ui op de steppe en daarna geurt het heel kruidig naar tijm. Het vee dat hier graast is heel smaakvol omdat ze dus constant kruiden eten. Als we op het einde van
de eerste dag de rotsen bereiken lijkt het wel of je op de maan staat, rode gruizige zandgrond met die vreemde vormen rotsen. Prachtig! Op de tweede dag trekken we verder naar het zuiden. We rijden
die dag 10 uur en in het busje maken we een verdeling van de zitplekken. Voorin naast Whubi, de chauffeur, is de VIP plek omdat je daar het gebotst en gehobbel het minste voelt. Achterin ervaar de je
de Gobi zoals hij is; droog, hard, met rammelende wasborden en onverwachte kuilen in de weg. Je mag telkens een dagdeel op de VIP plek zitten. Als de chauffeur moe wordt gaan we zingen en voeren we
hem gedroogde appeltjes. Hij brengt ons veilig iedere dag verder, alhoewel hij het noodlot niet tart. Bij iedere Ovol stopt hij even en gooit een steentje op de stapel. Wij maken daar zelf ook maar
een goede gewoonte van. Dat brengt geluk, zeggen ze... Op de ochtend van die twee dags zingen we samen het Wilhelmus in een natuurlijk theater en daarna zingt Bambi voor ons een Mongoolse longsong,
zoals ze dat hier noemen. Ze zingt 'from the heart', met de echo van de bergen een echt kippenvel momentje. Daarna lopen we een uur door dit bijzondere maanlandschap naar een standbeeld dat in de
midle of nowhere staat ter ere van de longsongzangers. Overdag hebben we ook een paar stevige regenbuien, wat overigens prachtige luchten oplevert. Midden in de woestijn met onweer en regen...nooit
bij stil gestaan dat het ook zo hard kan regenen in de woestijn! Nu slippen we dus weer even een uurtje door de blubber heen. Respect voor onze beide chauffeurs! 's avonds bij zonsondergang zien we
een prachtige canyon, met alle kleurschakeringen van oranje, rood en violet. Werkelijk adembenemend mooi en zover als je kunt kijken (en dat is hier in Mongolië heel ver) helemaal niets te horen of
te zien. Stilte alom op een paar zwaluwen na.... Die tweede avond slapen we bij een nomadenfamilie. Deze nacht slaapt de familie zelf in de hoofdgertent, waar ze ook koken en eten en wij slapen in de
drie andere tenten. De gids en chauffeurs slapen in de busjes. Er is geen elektriciteit, geen stromend water en geen toilethokje. Je loopt de woestijn in en graaft een kuiltje en that's it. Ze hebben
buiten een paaltje in de grond staan waar een soort halve omgekeerde fles op gemonteerd is. Aan de bovenkant giet je je er water in en aan de onderkant zit een soort druppelaar, zodat je je handen
kan wassen. Het water komt uit een bron die ze in de grond slaan. Hier in de woestijn wordt geen druppel water verspilt. Ik vind het mooi om te zien hoe de nomaden zonder enige vorm van verspilling
leven. Deze nomaden in het zuiden van de Gobi houden kamelen en we hebben alles van de kameel al gegeten: kamelenkaas, kamelenwodka, kamelenboter, kamelenmelk, kamelenvlees in de noodlemaaltijd. De
dekens op ons bed zijn van kamelenwol, de touwen waarmee de gertent geankerd wordt zijn van kamelenhaar. Het vuur wordt gestookt met kamelenpoep. Het vlees wordt gedroogd en in plakken gesneden. Die
plakken worden dan met de schaar in reepjes geknipt en in de maaltijd verwerkt. We gooien thuis al niet veel eten weg, maar ik neem me voor om dat nog minder te doen. Wat ook veel indruk maakt is hoe
weinig deze nomaden bezitten. Omdat ze in de woestijn vaker verkassen dan in de groene gebieden hebben ze eigenlijk bijna geen meubels. Ze hebben matrassen op de grond, een kachel waarop ook gekookt
wordt in een soort grote wok en een klein keukenkastje waarin de glazen en borden staan. Verder een tv kastje waarin de rest zit. Nergens een kledingkastje of zo. Ze wassen gewoon vaak. Alle andere
bezittingen worden tussen het tentdoek en de stokken die het plafond vormen gestoken, zo hangen Nokia mobieltjes gebroederlijk naast de zaag en de klos naaigaren. Je ziet dus meteen alles wat iemand
bezit hangen in de tent. Eten doe je zittend op de grond. Ik word op de derde dag wakker van het gehuil van de baby-kamelen die hun moeders naar de woestijn zien vertrekken. De moeders eten daar
grasjes en keren dan 's avonds terug naar de nomadenfamilie waar hun jongen aan een touw vast staan. Pas dan krijgen de jongen te drinken en daarna worden de moeders gemolken door de nomaden. Van die
melk krijgen we airag te drinken en zure kamelenkaas te eten. Het ontbijt bestaat uit een witte boterham met suiker, een kommetje thee en een kommetje kamelenwodka. En natuurlijk airag. Ja, dat is
weer eens wat anders dan mijn normale kommetje muesli met yochurt thuis! De nomaden willen van ons weten wat voor beroep we hebben en hoeveel kinderen, of we ook voor onze ouders zorgen in Nederland
en of we erfstukken hebben die van generatie naar generatie overgaan. Zij doen dat bijvoorbeeld met hun snuiftabakspotje. Leuk om zo, via de gids Bambi, met elkaar te kunnen praten. Zij zijn net zo
nieuwsgierig naar ons als wij naar hen. Het correct uitspreken van elkaars naam is voor beide partijen al een hele kunst en levert veel gelach op! Als ik 's ochtends mijn toiletkuiltje graaf achter
de tenten en mijn blik laat gaan over de onafzienlijke lege woestijnvlakte, waarin buiten deze vier gertenten en hun motor, niets te zien is, realiseer je hoe anders hier het leven is. Wat zo mooi is
om te zien is hoe vrolijk de mensen zijn en hoe ze het samen gezellig maken met bijna niks; zingen, viool spelen, grapjes met elkaar maken. Wat een unieke ervaring! De derde dag is gelukkig een korte
reisdag. We komen al om 15:00 uur in het gertentenkamp aan en daar kunnen we weer douchen: lekker! De stilte van de middag even relaxen met een boekje, biertje, dutje en natuurlijk dit verslag. De
vierde dag is een topdag! We starten om 6 uur, bewonderen onderweg het geklauter van een grote groep steenbokken en lopen dan 2 uur door de Adelaarsvallei. Prachtig om het vroege zonlicht door de
smalle vallei te zien schijnen en de vogels op de eerste thermiek omhoog te zien gaan. In het smalste punt van deze canyon is er nog ijs en dat midden in de woestijn. Daarna rijden we naar een andere
canyon waar ze dinosaurus botten en eieren hebben opgegraven. Ook zien we het Gobi Forest, een beetje overdreven naam voor de strook struikachtige bomen. De bomen hebben tientallen meters lange
wortels, die diep in de grond het water zoeken. Maar toch bijzonder om groen te zien na de onmetelijke zand en gruis vlaktes die we vandaag doorkruisen. Het is 40 graden en er is niks, niks, niks. De
chauffeurs navigeren puur op herinnering en herkenning, je begrijpt zelf niets van de paadjes en sporen. Nergens staat een bord, nergens is een benzinepomp. Het lijkt of je hier niet uit kunt rijden,
of het nooit stopt. We zien fata morgana's, voelen de zinderende zon en warme lucht. De busjes zitten van onder tot boven onder het zand. Hier ervaar je echt de woestijn. Je bent blij dat we met 2
busjes zijn en dat we vele flessen water achterin hebben liggen... En dan bereiken we de zandduinen. We doen een wedstrijdje wie het eerste boven is, maar dat valt nog niet mee. Daarna rollend of
rennend naar beneden. We komen laat aan in een gerkampje. Als 's avonds om 21.00 uur de generator voor een paar uur aan gaat komen uit alle rugzakken Ipads, batterijopladers voor de camera's en
mobieltjes te voor schijn. Het lukt iedere keer weer net om alles weer op tijd opgeladen te hebben. We hebben een streng regime, camera's gaan voor Ipads en mobieltjes. De vijfde dag bezoeken we de
ruïnes van een klooster en hebben we een hele lange reisdag. ' s avonds treedt er in het gerkamp een Mongoolse traditionele muziekgroep op met allerelei bijzondere instrumenten. Ook zat er een
keelzanger bij. Wat die man met zijn stembanden kan is wel erg bijzonder, het zijn bijna geen menselijke geluiden meer. Daarna hebben we een 'wodkamoment', erg gezellig!! Jammer dat Erwin het moet
missen want die heeft een stevige buikloop te pakken. Zesde dag bezoeken we de oude hoofdstad Kharkorin met het oude klooster Erdenet Zuu. Mooi om de ceremonie van de Boedistische monniken mee te
kunnen maken. Erwin blijft in het kamp achter en is wat koortsig. Als we na het klooster terugkomen geeft onze gids Bambi hem een drukpunten hoofdmassage en ik zie zijn ogen helder gaan staan. Wat
een bijzondere vrouw, ze blijkt ook nog acupunctuur te beheersen. Zoals ze het zelf zegt: de chauffeurs zijn getraind om de busjes te kunnen repareren en ik moet de mensen kunnen repareren. Op de
lokale markt sla ik nog wat koekjes en fruit voor Erwin in en dan toch nog een paar uurtjes de bus in. We slapen bij een nomadenfamilie met koeien en geiten. Zes kinderen bestuderen alles wat we doen
en een bevriend echtpaar uit de buurt (relatief begrip hier) is ook even komen kijken naar ons. Wat is het toch leuk om zo een avond en ochtend mee te mogen leven met zo'n familie. Dat maakt deze
tocht echt een belevenis. Na nog een massage van Bambi en een goede nacht slaap knapt Erwin gelukkig op. Op de laatste dag hebben we voor het eerst sinds een week weer 2 uur asfalt....genieten!
Rondom 14.00 uur zijn we terug in Ulaan Bataar waar we kunnen douchen en relaxen en natuurlijk ons reisblog bijwerken. Vanavond tassen pakken en morgen gaan we drie dagen wandelen met Bambi als gids
en waarschijnlijk met zijn tweeën. We kijken er naar uit om lekker te bewegen en het is leuk om het met Bambi te doen. Ze is een remarkable woman! Wat zijn we blij dat we deze Gobi tour hebben
gedaan. De meest prachtige landschappen en de impressies van het nomadenleven hebben we als kostbare foto's in ons hoofd. Komende drie dagen zijn we dus weer uit de lucht. Maar het verhaal wordt
daarna vervolgd.
Reacties
Reacties
Hans en Annie
19 jul. 2012, 16:45
Erwin / Kamelendiaree / Bambi / smile! /ja ja!
Een schitterend verhaal van die tocht door de Gobi, we worden er helemaal jaloers van .
Inmiddels zijn jullie al weer aan de laatste trekking begonnen en dan op naar China.
Erwin om weer helemaal op krachten te komen heb ik een recept voor kamelenpoep koekjes van het internet geplukt, dus wie weet serveren we dat bij de welkomstborrel als jullie terug zijn, in roomboter bereid, dat wel.
Veel plezier en tot horen uit Beijing
Ton + Corneel
19 jul. 2012, 20:02
Hoi jullie 2,
Met glimoogjes lezen wij jullie avonturen, jullie wederwaardigheden. Marianne er is in jou een schrijfster verloren gegaan. Wat een verhalen! Gaat het jou weer beter zoon, maak je het weer goed. Jullie verhalen over de maaltijden. Leve de kameel. Je gaat weer vele jaren terug in de tijd wat “lijfsonderhoud”betreft. Ook de stoelgang in dat vers gegraven gaatje in de grond, moet kunnen. Je moet niet kinderachtig zijn maar dat is ook niks voor jullie anders had je die reis ook nooit gemaakt. Het avontuur roept en dit hoort er nu eenmaal ook bij. Die uitzichten, die kleuren, de woestijn, dat moet jezelf gezien hebben om te geloven. Geniet met volle teugen, wij leven met jullie mee. Dag kinders, jullie Ton en Corneel